Ze moet een toerist zijn, dat kan bijna niet anders. Ik woon hier ruim twintig jaar en ken vrijwel iedereen op dit kleine eiland. Daarom kent ook iedereen mij, dat heeft me in het verleden te vaak gedonder opgeleverd. Daarom neuk ik uitsluitend aan wal. Toeristen uitgezonderd natuurlijk en daarom hoop ik dat ze dat is. Ik zag haar vorige week voor het eerst, bij de Spar in het dorp, waar ze een maaltijdsalade en een paar pistoletjes stond af te rekenen. Ze droeg een wit flanellen jurkje waar haar gladde, gebruinde benen mooi onderuit staken. Aan haar voeten droeg ze witte gymschoenen, boven de linker tinkelde een zilveren kettinkje. Ze had halflang, donkerblond haar met een lichte slag en ondanks dat ik haar zo op afstand ergens in de veertig schatte, had ze een opvallende jeugdigheid in haar gezicht. Ik veinsde belangstelling voor het rek met strandartikelen naast de uitgang, zodat ik onopvallend kon kijken hoe ze op nog geen meter langs me de winkel uit liep en om de hoek verdween, in de richting van de camping, weg van mij.
Sindsdien wil ik haar. Zo simpel is het. Nou ja, noem dat maar eens simpel: ik mag dan een grote bek hebben op schimmige sites, maar dat is geen kunst. De vrouwen daar zijn maar op één ding uit: hetzelfde als ik. In het echte leven ben ik bepaald geen held. De enkele maaltijdsalade en die twee broodjes geven me wel weer wat hoop. Dat duidt erop dat ik me niet zit te verlekkeren aan een moedertje met een man en een paar kinderen dat de sleur van thuis met zich mee heeft genomen. Als ze inderdaad op vakantie is, kan ze elk moment weer weg zijn, dus enige haast is geen overbodige luxe.
de zwoele bries speelt met haar haren terwijl ze, zich onbewust van mijn aanwezigheid, over zee uitkijkt
Onvoorstelbaar dat ik haar juist hier opnieuw zie lopen. Ik ga hier vaak heen om de toeristen te ontlopen. Dit stuk strand aan de uiterste noordoostkant van het eiland is moeilijk begaanbaar en ver van het dorp. Als ik dit buitenkansje niet aangrijp, ben ik geen knip voor mijn neus waard.
Het witte jurkje is vervangen door een lichtroze T-shirt en jeans met afgeknipte pijpen. Een tricot vest hangt losjes over haar schouders en verraadt dat ze al vroeg op pad moet zijn gegaan. Haar schoenen bungelen aan haar linkerhand en de zwoele bries speelt met haar haren terwijl ze, zich onbewust van mijn aanwezigheid, over zee uitkijkt. Ik voel een kriebel in mijn onderbuik en mijn hartslag versnelt. Ik klim wat hoger het duin op en speur de omgeving af naar een vriend, maar ze lijkt echt alleen te zijn. Goed zo. Maar hoe spreek ik haar aan zonder haar aan het schrikken te maken?
Ze draait zich om en lijkt aan de terugweg te beginnen, maar na enkele stappen ziet ze mij. Ze wuift. Dat is het leuke van afgelegen plekken: mensen die elkaar niet kennen, groeten toch. Ik zwaai terug en terwijl ik dat doe, schiet me een opening te binnen.
“Pas je op waar je loopt? Op de lage stukken tussen de duinen komt drijfzand voor!” Dat is meteen een toeristencheck, want geen eilander zou die onzin geloven.
Haar gezicht betrekt, de schrik in haar ogen is zo echt als de Van Gogh bij mijn moeder in de hal. “Meen je dat?” Ze begint te lachen en werpt een blik op haar eigen voeten, waarvan de onderste helft door het droge zand tot schuurpapier is verworden.
“Nou ja, ‘s winters dan. Soms”, schamper ik terug. “Op vakantie?”
Ze komt een paar stappen omlaag, mijn richting in. Bij elke stap zakt haar voet een paar centimeter omlaag, waarbij ze met haar armen gestrekt balanceert. Ik klim haar tegemoet en bied haar mijn hand aan, die ze aanneemt. De laatste stappen ondersteun ik haar en dan staat ze naast me in de duinpan.
“Stond je naar me te gluren?” Ze werpt me een fractie van een glimlach toe, trekt het verst van haar schouders, spreidt het in het zand en gaat erop zitten. Ik plof naast haar neer, een perzikachtig zweem van haar parfum omfloerst me.
“Geeft niks hoor, zolang ze nog naar je gluren, is er hoop, zegt mijn moeder altijd.” Ze graaft haar voeten in. “Niet dat er nog iemand naar haar gluurt.” Ze stoot een leuk lachje uit.
Ik steek mijn handen de lucht in, bij wijze van capitulatie. “Oké, jij wint. En als je het toch wilt weten: ik gluurde vorige week al naar je, toen je boodschappen deed.”
Opnieuw lacht ze, nu schaterend.
Al gauw voel ik de warmte van haar huid aan mijn onderarm, de zomerhitte ten spijt
Ze heet Corrine, vertelt ze me, en ze is hier twee weken op vakantie, om tot zichzelf te komen na een gestrande relatie. De drukkende zomerhitte van Amsterdam kon ze er even niet meer bij hebben. Terwijl haar woorden mijn trommelvliezen strelen en er aan de andere kant weer net zo zijdezacht weer uit gaan, tekent ze figuurtjes in het zand tussen ons in. Met elke zin draait haar hand weer een heel klein stukje dichter bij mijn bovenbeen. Al gauw voel ik de warmte van haar huid aan mijn onderarm, de zomerhitte ten spijt.
Zogenaamd per ongeluk raak ik met mijn onderarm de hare aan en tegen mijn verwachting in trekt ze niet terug. Haar huid voelt broeierig warm en een tikje glad door onze zweetdruppeltjes, die zit met elkaar vermengen tot een gladde film. Ik ga een beetje verzitten, zodat onze armen langs elkaar glijden. Opnieuw blijft elke vorm van terughoudendheid bij haar uit, wat mij doet besluiten het er op te wagen. Ik leg mijn hand op de hare, die abrupt stopt met tekenen. Met mijn vingertoppen veeg ik het zand van haar knokkels en kootjes. Ze laat het zich even welgevallen, waarna ze haar hand omdraait en haar vingers zich in de mijne verstrengelen. De wind speelt met Corrine’s blonde haren, onze vingers met elkaar en ergens onder in mijn buik begint iets te gloeien.
Tot dan toe hebben we allebei voor ons uit gestaard, maar wanneer ik opzij kijk, doet Corrine precies hetzelfde. De spanning zweeft een momentje tussen ons in, het gewriemel van onze vingers verstrakt zich en onze lippen vinden elkaar.
De eerste kus is zacht en teder, bijna als een moeder met haar baby. Ik buig iets verder naar haar toe, terwijl mijn glip op haar hand nog verder verstrakt. In mijn ooghoeken zie ik hoe ze haar voeten nog wat verder ingraaft. Ze ademt uit en dat overstemt het geruis van de branding dat van de andere kant van het duin tot ons komt. Ik zuig de lucht op die Corrine uitademt, onze neuzen raken elkaar een klein moment en dan drukken we opnieuw onze lippen op elkaar, een stuk krachtiger ditmaal. Ik open mijn mond een fractie en laat het puntje van mijn tong haar bovenlip proeven. Het zout van haar zweet en de zwoelte van haar adem vermengen zich op mijn tong tot een zalig bouquet dat tot het diepst van mijn poriën doordringt. Nu is Corrine het die een stukje dichterbij komt; ik laat haar hand los en gebruik de verworven vrijheid om mijn arm om haar heen te slaan.
Met mijn vingers druk ik in het zachte vlees net onder haar oksel
Ze legt haar hoofd op mijn schouders, haar lippen gaan uiteen en onze tongen ontmoeten elkaar. Ik tast haar tanden af, glad en warm, de binnenkant van haar mond, trek haar torso dichter tegen me aan terwijl ze haar linkervoet uitgraaft en haar ene been over haar andere slaat, zodat we nog dichter tegen elkaar komen. Met mijn vingers druk ik in het zachte vlees net onder haar oksel; Corrine kreunt en slaat haar vrije arm om mijn hals.
Mijn vrije hand vindt haar voet, kneedt die en glijdt daarna via haar kuit en knieholte naar Corrine’s bovenbeen. Eerst de buitenkant, maar als ze daar niet van gediend zou zijn, had ze haar dijen wel bijeen geknepen. Het tegengestelde gebeurt, dus ik kruip centimeter voor centimeter naar de warme, zachte binnenkant van haar bovenbenen. De rafels van de afgeknipte pijpen kietelen over de rug van mijn hand, mijn duim drukt haar zachte huid in en verdwijnt onder de stof.
Corrine laat zich achterover zakken en vleit zich neer in het warme zand. Ik volg, mijn arm onder haar hoofd, vind haar mond terug en kus haar opnieuw. Mijn duim heeft inmiddels haar lies bereikt en draait pulserende rondjes. Ik voel nattigheid in de plooi tussen haar dij en schaambeen; waarschijnlijk zweet, maar ik fantaseer dat het uit haar kutje komt en daardoor groeit er iets in mijn broek.
Ze zet haar nagels in mijn rug, terwijl ik haar hete ademhaling steeds sneller voel worden in mijn hals. Ik trek mijn hand terug, grijp naar de knoopjes van haar broek en trek ze open. Daarna pak ik haar bij de holling van haar rug en trek ik haar bekken tegen het mijne. Corrine’s mond vindt mijn oorlel en begint er aan te sabbelen; mijn lul ontploft bijna.
Ik druk mijn pik tegen haar buik, mijn eikel op haar navel
Ergens tijdens dit alles heb ik mijn schoen uit geschopt, maar dat is me volledig ontgaan. Nu is het tijd om mijn pik te bevrijden. Ik trek mijn riem los, ruk de rits open en stroop mijn jeans en boxer tegelijkertijd omlaag. Ze blijven op mijn enkels hangen, maar dat doet Corrine’s hotpants ook. Ik druk mijn pik tegen haar buik, mijn eikel op haar navel. De stof van haar slipje is zo doorweekt dat het niet alleen meer zweet kan zijn. Ik ruk het glibberige driehoekje opzij en stoot bij haar naar binnen.
Corrine slaat haar armen naar achteren, haar blonde haren vermengen zich met het zand en ik kus haar jukbeenderen terwijl zij met haar bekken neukstootjes geeft. Ze trekt haar benen verder op, krabt met haar nagels mijn rug tot bloedens toe en net als ik wanhopig begin te worden hoe ik dit lang genoeg uit kan houden, verkrapt ze, voel ik haar hele lichaam onder me rillen, geeft ze me een kopstoot en gilt ze het uit. Mijn remmen zijn daar niet tegen bestand; ik zet mijn tanden in haar schouder, zet een laatste stoot en met het geweld van een doorgebroken stuwdam kom ik in Corrine klaar, mijn zaad gutsend in haar warme, samentrekkende kutje.